Afgelopen zomer was ik in New York voor het congres van de WAPCEPC en sprak daar Sarton Weinraub, de organisator van dit congres. Hij vertelde hoe hij met enige jaloezie keek naar hoe wij het in Nederland en België voor elkaar hadden, “a strong community”. Een groot contrast met zijn eigen situatie in New York City waar zich slechts een handvol gelijkgestemde collega’s in de naaste en iets wijdere omtrek bevinden. Ook sprak hij over het zorgstelsel zoals wij dat hier kennen met een basisverzekering voor iedereen waar ook de GGZ deel van uitmaakt.
Het was goed het ook een keer vanuit een ander perspectief te zien en te beseffen wat we allemaal wél hebben. We hebben inderdaad een ‘community’ met congressen en studiedagen die goed bezocht worden en we hebben een vitaal tijdschrift. Het congres – en de onderlinge contacten gedurende die vier dagen – vond ik bijzonder de moeite waard en op mijn beurt heb ik met enige jaloezie gekeken naar de onderzoeksgroepen in met name Schotland en Engeland waar met grote toewijding en precisie onderzocht wordt, bottom up, naar wat er werkt in de behandeling van sociale- en gegeneraliseerde angst.
Ook is men bezig met het categoriseren waarvoor mensen, zoals door hen zelf verwoord, in therapie komen waarmee een eigen classificatiesysteem aan het ontstaan is. Erg interessant! U vindt het uitgebreide congresverslag van Marcel Gerrits Jans verderop in dit nummer.
Dit nummer openen we met een artikel van Erwin Vlerick waarin hij de toepassing van focussen beschrijft in de Bijzondere Jeugdzorg waarin traditioneel de meer ge- dragsmatige en oplossingsgerichte benaderingen gang- baar zijn. Juist voor deze doelgroep kan de toevoeging van een belevingsgerichte benadering van waarde zijn. Hij beschrijft de uitkomsten van de pilot die hij uitvoerde en gaat in op de specifieke moeilijkheden die hij daarbij tegen kwam.
Aaffien de Vries beschrijft in de volgende bijdrage hoe – en met hoeveel plezier – zij focussen inzet om te werken met dromen. Ze beschrijft in heldere stappen hoe de therapeut hierbij te werk kan gaan. Zij besteedt apart aandacht aan dromen/nachtmerries bij cliënten met een PTSS.
Pierre Mertens, Aje Vloeberghs & Margot Van Haegenborgh doen verslag van hun ervaringen met de ‘pijngroep’, een groep waarin cliënten met chronische pijn bij elkaar komen. Het doel is niet de pijn te doen verdwijnen (wat in de meeste gevallen niet mogelijk is gebleken) maar ruimte te creëren om naast en met de pijn hun leven verder uit te bouwen.
In het interview van Nicolette Bosselaar met Rosalien Wilting, klinisch psycholoog-psychotherapeut en mana- ger Ouderenpsychiatrie, komt vervolgens het werken met ouderen met autismespectrumstoornissen aan de orde, een nog redelijk onontgonnen gebied. Zij beschrijft hoe belangrijk het is hierin zorgvuldig te werk te gaan, ook in het contact met hun naaste(n), en welke aanpassingen in de manier van werken nodig zijn.
Annemarie Snijder vat het onlangs in De Psycholoog verschenen onderzoek naar het huilen van de therapeut voor u samen en gaat dieper in op de vraag wanneer tranen van de therapeut wel – en wanneer niet meer – een plaats hebben in het therapeutische proces.
In de column schetst Hilde Libbrecht op indringende en beeldende wijze hoe de gevolgen van een brute verkrach- ting en het navrante gebrek aan opvang nadien zich, jaren na dato, manifesteren. Ten slotte treft u een drietal boekbesprekingen en de bespreking van een elders gepubliceerde, maar voor onze oriëntatie belangrijke studie aan.
Wies Verheul
Op 23 april 2020 is Pol Verhelst overleden. Hij was één van de cliëntgerichte therapeuten van het eerste uur in België en de opleider van vele hedendaagse therapeuten. Pol Verhelst heeft in 1997 een artikel gepubliceerd in ons tijdschrift: Overinvolvementgedrag en de cliëntgerichte...