Close
tijdschriftpersoonsgerichte
experiëntiële
psychotherapie
Procesgericht
Existentieel
Interactioneel
Integratief

De hallucinatie als het onbewuste zelf

ARTIKELProuty, Garry - 42–2 (2004)

SAMENVATTING

Dit artikel onderzoekt de psychotische hallucinatie vanuit een empathisch, experiëntieel perspectief. Met Gendlins idee van hallucinaties als 'structuurgebonden' ervaren als startpunt, is de probleemstelling geformuleerd hoe de hallucinatie tot een experiëntieel proces te ontwikkelen is. De eerste stap is een filosofische verschuiving van een puur fenomenologische veronderstelling (de mens is experiëntieel) naar een symbolische veronderstelling (de mens symboliseert het ervarene). Vervolgens is het symboliseren van ervaringen geplaatst op een continuüm van abstractheid naar concreetheid, eindigend met het presymbool dat 'niet door iets anders verklaard of uitgelegd kan worden' en dat 'onlosmakelijk is verbonden met datgene wat het symboliseert'.
Het presymbool is in fenomenologische zin beschreven als 'zelfindicatief' en in symbolische termen als 'zelfrefererend'. Ten slotte is de motivatie om ervaringen te symboliseren als 'zelfintentioneel' omschreven. Deze concepten zijn met concrete voorbeelden geïllustreerd en informatie van specifieke gevallen is gepresenteerd om hun aanwezigheid in de therapeutisch-experiëntiële doorwerking van hallucinaties aan te tonen.
Vervolgens zijn twee aspecten van schizofrenie onderzocht: (a) het primaire proces en (b) het verdeelde zelf. Freud beschreef dromen en hallucinaties als één concept - het primair proces. Door de fenomenologie niet te gebruiken miste Freud enkele belangrijke verschillen tussen hen. De droom is iets dat binnen de grenzen van het zelf wordt ervaren. De hallucinatie wordt als niet binnen de grenzen van het zelf ervaren. Gezien dit fenomenologische onderscheid is een andere nomenclatuur voorgesteld. De droom is een projectie binnen de experiëntiële grenzen van het zelf en de hallucinatie is een extrojectie buiten de experiëntiële grenzen van het zelf.
R.D. Laings befaamde boektitel "The Divided Self" vindt klinische ondersteuning in de bevinding dat het hallucinatorische fragment van het zelf gescheiden of afgespleten is van de kern van het zelf. Het resultaat is een gedeeltelijk begrijpen van schizofrenie als een diepgaand scheuring in de structuur van het zelf en geeft de psychotherapie de rol om het fragment van het zelf te integreren in de kern van het zelf.
Een zeer fundamentele kwestie aangaande de conceptualisatie van het onbewuste is onderzocht. Het onbewuste is door Freud omschreven als een inference (gevolgtrekking) uit ervaringen als dromen, versprekingen en hypnose. Het onbewuste zoals het in dit artikel wordt beschreven is niet 'een-gevolg-van'; het is omschreven als een directe manifestatie dat voortkomt uit het hallucinatorisch ervaren en doorwerken. Misschien is het het beste te omschrijven als 'niet bewust'.
De klinische verwerking van hallucinaties bij een chronisch schizofrene vrouw bracht een ruimtelijke fenomenologie aan het licht die meerdere hallucinaties tegelijkertijd bevatte, mogelijk als meerdere dromen in dezelfde innerlijke ruimte op dezelfde tijd. Haar hallucinaties bleken in staat tot experiëntiële doorwérking naar de onbewuste inhoud. Aangezien de hallucinaties fragmenten van het zelf waren die onbewuste ervaringen in zich droegen, is het logisch om hallucinaties als het onbewuste zelf te omschrijven. De ruimtelijke gestalt van meerdere hallucinaties verschaft ons dus een ruimtelijke fenomenologie van het onbewuste van de cliënt.

SLEUTELWOORDEN

pre-therapie, hallucinatie, onbewust zelf

Het tijdschrift Persoonsgerichte experiëntiële Psychotherapie is het wetenschappelijke tijdschrift voor professionals in de GGZ in Nederland en Vlaanderen die werken vanuit of affiniteit hebben met het persoonsgerichte (client centered) referentiekader.